dinsdag 21 oktober 2014

The long and winding road...


Vandaag staat voor 50% in het teken van transport, om 13u30 vertrek ik naar Brasov in Roemenie (waar toetsenborden ironisch genoeg geen trema hebben, merk ik hier pas). Eerst nog een stevig bijna engels aandoend ontbijt, en dan nog wat door Ruse dwalen. Tegen twaalf uur ben ik dat ook wat beu en plaats ik mij op een bankje in het centrale park (volgens dimitar het enige in de wereld waar dertien straten op uit komen).

Blijkbaar heb ik me de afgelopen dagen iets te veel gewassen, want ik lijk de mensen aan te trekken. Een ouder paar komt naderbij en vraagt iewat schuchter of ik een rus ben. Ik antwoord ontkennend en gerustgesteld gaan ze zitten naast mij. Met handengebaar en mijn vijf woorden bulgaars leg ik hen uit dat ik van Belgie kom. Ja, ik vind Ruse best een leuke stad. Ja, lekker eten hier (gisteravond varkensschnitzel met augurken, spek en gesmolten bruine kaas erop, jammie!). Straks naar Roemenie. Ik versta hun naam niet en zij de mijne niet (Jeroen is een bijzonder moeilijke naam voor buitenlanders).

Aan het busstation staat Dimitar me al op te wachten terwijl hij me naar de bus brengt, de bus blijkt een break te zijn waar de koffer uitgebouwd is met twee extra zetels. Mijn reisgezellen bestaan uit twee bejaarde esten, een poolse, een bulgaarse zakenman en een bulgaarse chauffeur. De chauffeur laat al snel blijken dat formule 1 hem te min is, veel liever snijdt hij bij een afslag vrachtwagens af of vind hij een derde rijstrook uit (het midden ervan is een grote witte doorlopende streep)

Het ests koppel geeft me een complimentje met mijn engels, dat ze uitstekend kunnen verstaan. Het doet hen zwaar vermoeden dat ik van engeland kom. Ikzelf vermoed dat ze nog niet echt in engeland geweest zijn want zoals ik de poolse uitleg ben ik enkel een kampioen in de universele reizigerstaal "bad english". En neen, ik ben ook geen Ier.

In Boekarest aangekomen ga ik op weg naar de gara du nord om er een trein te vinden naar Brasov. Een ticketje tweede klasse is snel geregeld, de trein laat wel nog een uurtje op zich wachten. De trein op zich is wel grote luxe: ruime, gewatteerde zetels, veel beenruimte en vermits de stoelen genummerd zijn (en als elk nummer op is, er geen tickets meer verkocht worden), geen gevecht om een plaatsje te bemachtigen.

Mijn reisgenoot Boris duikt iets na mij op, hij heeft een rugzak twee 'netzakken', een beker koffie tot de rand gevuld, een cola van de mc donalds, large, nog niet van gedronken en een fles water vast. Ik denk nog net dat dit wel moet verkeerd gaan als hij de cola voor de plaats naast mij uitgiet. Daar had hij blijkbaar aan gedacht, want hij haalt vochtige doekjes uit een van zijn zakken, waarmee hij het hele boeltje netjes opruimt.

Hij vertelt me later dat hij een veteraan is van een oorlog in Albanie en nu op weg is naar zijn voorouderlijk huis in brasov. Met zijn stoppelige baard, uitgezakte ogen en buik die in omtrek zijn lengte overtreft (hij is dan ook anderhalve kop kleiner dan mij) vind ik dat moeilijk te geloven. Hij houdt zich verder de hele reis bezig met mijn lonely planet te lezen, maar waarschuwt me wel wanneer we gearriveerd zijn in Brasov. Vandaar nog een half uur te voet door een donkere stad met brede lanen en we zijn aangekomen op mijn uitvalbasis van de volgende de kismet dao.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten